Franca Treur was de Prinsjesdichter van de editie 2016 van Prinsjesfestival. Zij liet bij de officiële opening van Prinsjesfestival, donderdag 15 september, haar licht schijnen over allerlei ontwikkelingen. Ze zette nog al wat vraagtekens: “Het resultaat van deze ontwikkelingen is een samenleving met weinig verbinding en nul consensus over de waarheid”, zo was haar oordeel. “De enige plek waar alle mensen uit alle verschillende groepen elkaar nu nog kunnen ontmoeten is het onderwijs. Daarom ben ik voor hetzelfde onderwijs voor iedereen, met in de lesprogramma’s veel aandacht voor het wezenlijke verschil tussen feiten en meningen”. “Tegelijkertijd moet het digitale domein dringend op een rechtstatelijke manier worden ingericht. Want de enorme populariteit van een beperkt aantal sociale platforms maakt individuen machteloos en bedrijven oppermachtig”.

Hier doet zich het fenomeen voor van de filter bubble. Algoritmen zoals die schuilgaan achter de news feed van Facebook zijn bedoeld om ons méér te geven van wat Facebook denkt dat wij willen – wat betekent dat ons dagelijks nieuwsoverzicht onzichtbaar is gecensureerd, om de ideeën die we al hadden te versterken. Zo verbreden we ons niet en nemen we geen kennis meer van tegenovergestelde meningen.

Een heel groot bijkomend probleem is dat feiten niet langer feiten zijn. Je zou kunnen zeggen dat De Tocqueville hiervoor al waarschuwde, toen hij stelde dat democratisering de weg vrijmaakt voor de tirannie van de meerderheid. Iedereen is gelijk, dus kennis afkomstig van traditionele autoriteiten (journalisten, wetenschappers) staat op dezelfde voet als de particuliere mening van iemand die er niet al te lang over heeft nagedacht.

In een tijd waarin nieuws online en gratis tot ons komt, worden sensationele (nep)berichten veel vaker gelezen dan grondige journalistieke stukken. Meningen tellen steeds vaker als feiten en de technologie faciliteert supersnelle verspreiding van dit soort ‘feitelijkheden’, en politici krijgen hierdoor ineens een grote kans om met onjuiste informatie verkiezingen te winnen.

In een bubble leven met een eigen waarheid is iets waar ik, afkomstig uit de refowereld, over mee kan praten. Overal hoorde ik de eerste achttien jaar van mijn leven hetzelfde reformatorische geluid: thuis, op school, in de kerk, bij vriendinnetjes en op catechisatie. Ik las het in het Reformatorisch Dagblad en in de reformatorische Gezinsgids. Andere zienswijzen drongen er niet binnen, want seculiere media zoals de televisie waren verboden. We wisten weinig van de buitenwereld, maar wel dat die boos en gevaarlijk was, en dat de vrouwen er broeken en oorbellen droegen.

Ik heb altijd gedacht dat het internet voor mij te laat gekomen is, en dat alles anders was gelopen als ik als kind al wifi had gehad. Andere informatie zou dan immers voorhanden zijn geweest en vragen die ik nooit durfde te stellen, omdat ze als oneerbiedig werden gezien, had ik anoniem kwijt gekund op internetfora. Toch blijkt uit recente cijfers dat het aantal leden van de bevindelijk gereformeerde kerken juist groeit. Kennelijk is het prima mogelijk om aan je eigen waarheid vast te houden, ondanks de toegang tot heel andere ideeën.

Het internet had de plek moeten zijn waar mensen uit verschillende sociale groepen wat betreft afkomst, opleidingsniveau en opvattingen elkaar nog kunnen ontmoeten, maar dat gebeurt juist niet. In de offline wereld komen we elkaar ook al niet meer tegen. Onze economie is inmiddels zodanig georganiseerd dat mensen met hetzelfde opleidingsniveau bij elkaar op de werkvloer zitten, en we trouwen ook nog eens met iemand van hetzelfde opleidingsniveau.

Daarnaast organiseren mensen zich niet langer via traditionele instituties. In plaats daarvan ontstaan vluchtige, lichte gemeenschappen (vaak rondom bepaalde events) van mensen met dezelfde soort opvattingen, gewoonten, behoeften en uitgaven.

Het resultaat van deze ontwikkelingen is een samenleving met weinig verbinding en nul consensus over de waarheid. In het Amerika dat De Tocqueville 200 jaar geleden bestudeerde, zorgden verenigingen, liefdadigheidsinstellingen en kerkgenootschappen nog voor enig normbesef, stabiliteit en betrokkenheid, maar hier wankelen de pijlers van de democratie. Wie geen andersdenkenden ontmoet, die vertrouwt ze ook niet, en wie geen mensen vertrouwt, die ziet ook het nut van de publieke zaak niet in.

De enige plek waar alle mensen uit alle verschillende groepen elkaar nu nog kunnen ontmoeten is het onderwijs. Daarom ben ik voor hetzelfde onderwijs voor iedereen, met in de lesprogramma’s veel aandacht voor het wezenlijke verschil tussen feiten en meningen.

Tegelijkertijd moet het digitale domein dringend op een rechtstatelijke manier worden ingericht. Want de enorme populariteit van een beperkt aantal sociale platforms maakt individuen machteloos en bedrijven oppermachtig.
Wijlen mijn opa, de enige strenggereformeerde inwoner van een klein plaatsje in Noord-Holland, las zo’n vijftig/zestig jaar geleden de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen in de krant. Er waren zoveel stemmen voor de VVD, zoveel voor de PvdA en zoveel voor het CDA. Bij de SGP stond één stem, zijn eigen. Meteen riep hij mijn oma op het matje, die het tot zijn ontzetting kennelijk had gewaagd op een andere partij te stemmen.
In de huidige tijd weten zoekmachines, smartphones, chips, sensoren, slimme apparaten en camera’s (het internet der dingen) al je ins en outs waar je stemgedrag via bestudering van de datasets gemakkelijk uit te destilleren valt, en het is een kwestie van tijd of al die apparaten beslissen of je nog naar het ziekenhuis mag of naar het buitenland. Misschien toch maar eens stemmen op een partij die onze data veilig stelt.