De drie genomineerde speeches van PrinsjesRede

De winnende speech geschreven door: Timor en Ramy El Dardiry

Nieuw virus, nieuwe vragen

In het land van mijn vader, Egypte, vragen wildvreemden vaak als eerste of ik getrouwd ben – in Nederland vragen ze naar mijn werk en hobby’s. Vragen hebben betekenis. Ze laten zien wat er in de vraagsteller omgaat. In Egypte familie, in Nederland zelfontplooiing. Rituele smalltalk ontbloot daarmee grotere patronen in een samenleving. Ik ken genoeg Egyptenaren die geloofden dat met het huwelijk van hun kinderen de belangrijkste levenstaak vervuld zou zijn. Menigmaal tevergeefs. Ik ken nog meer Nederlanders die verwachten in hun loopbaan geluk te vinden. En zo niet, dan maken ze serieus werk van hobby’s of levensstijl. We denken dat het geluk zich ontvouwt voor iedereen die er vlijtig naar zoekt.

Denken of dachten? De coronacrisis heeft onze collectieve ontplooidrift aan het wankelen gebracht. In die twijfel schuilt de hoop van deze tijd.

We waren lekker bezig: studenten met zorgvuldig gekozen bestuursfuncties en stages, jonge ouders met dubbele banen en kinderen op het dagverblijf, ouderen die nog een paar jaar langer ploeterden voor het pensioen. En de vakanties niet te vergeten. Skiën, een exotische reis in de zomer, een stedentrip in de herfst. Zelfs onze vrije tijd werd topsport, dankzij Instagram. Work hard, play hard.

Toen kwam de lockdown.

Boem.

Stilstand.

Naar iemands ambities vragen klonk opeens potsierlijk. We wilden weten hoe het ging, of vader en moeder gezond waren, hoe de kinderen hun tijd aan elkaar knutselden en of je nog wc-papier had. Ik zag opeens wie mijn buurtgenoten waren en welke bloemen wanneer opkwamen. Krokus, narcis, tulp, roos, hortensia.

We klapten voor verpleegkundigen en vakkenvullers. De Doeners des Vaderlands, de mensen die dapper bleven staan en de samenleving overeind hielden, maar van wie we de wensen jarenlang hadden genegeerd. Misschien geneerden we ons een beetje voor het verleden. Voor de inhaligheid, het gebrek aan tijd voor anderen, de nadruk op ons eigen leven. Ik sprak mijn ouders in enkele weken vaker dan in de maanden ervoor. Opeens vroegen we ons af waarom we onszelf toch zo belangrijk hadden gemaakt.

Ja, waarom eigenlijk?

Sommige filosofen zeggen dat we het ideaal van de maakbare samenleving hebben verruild voor het ideaal van het maakbare individu. Jij bent verantwoordelijk voor je eigen geluk, en niemand anders. Jij kiest je plek, je pad, je partner. Domme pech bestaat niet: verkeerde keuzes zijn je eigen probleem. Deal with it.

Terwijl we de veren van onze oude maakbaarheidsidealen afschudden, kreeg ons narcisme vleugels. Werken voor de kost, koopwoning of kinderen voldeed niet langer. Nee, ons werk diende onze passie te weerspiegelen. Overuren als eretekens: wie lange dagen maakte, was goed op weg zichzelf te ontwikkelen. Voor anderen werden hobby’s en vrije tijd obsessies. Huisbarista’s, superfoodfanaten, festivalvloggers: de weg naar geluk duldde geen seconde verspilling.

Het coronavirus bracht ons ego terug op de grond. Geen makkelijke landing, maar wel eentje die ons deed beseffen dat een leven zich ook vormt door de omstandigheden en de mensen om ons heen. Ik sprak laatst een vader die ervan genoot eindelijk met zijn zoontje te kunnen ontbijten. Is het niet bizar dat we onszelf zulke eenvoudige levensvreugde hebben ontzegd?

Door de crisis beseffen we dat we niet alles zelf in de hand hebben. Zo maakbaar is het individu niet. Nu we weten dat de spreuk “als je wilt, kun je alles worden” achterhaald is, krijgen we meer oog voor anderen. Het is geen toeval dat in deze tijd ‘Black Lives Matter’ massaal wordt omarmd. We snappen beter hoe het is voor mensen die al vóór corona op achterstand stonden. En voor mensen die dóór corona achterop dreigen te raken. Zelfstandigen die plots zonder klussen zitten. Oproepkrachten met nulurencontracten, die nul uren worden opgeroepen.

Hoe verder? Amerikaanse economen ontdekten dat jongvolwassenen die opgroeien tijdens economische crises meer geneigd zijn om toeval als verklarende factor voor succes te zien. Wellicht dat jongeren van deze crisis vooral onthouden dat volledige controle over je leven onmogelijk is. Vanuit dat besef ontstaan nieuwe vragen. Wie heeft veel ruimte om zijn of haar leven naar wens in te vullen, en wie weinig? Welke verantwoordelijkheid hebben we als samenleving om daar wat aan te doen? Is een glansrijke loopbaan hetzelfde als een succesvol leven?

Nieuwe vragen kunnen nieuwe antwoorden inluiden. Bijvoorbeeld over armoedebeleid. Nieuwe vragen kunnen oude patronen doorbreken, zoals institutioneel racisme. En nieuwe vragen kunnen zich uiteindelijk nestelen in ons collectief bewustzijn. Zodat we de volgende keer dat we een praatje maken niet meer vragen naar iemands werk, maar naar iemands verhaal.

 

 

Speech geschreven door: Astrid Schutte

Hoe gaan we verder na Corona?

En toen was er opeens het moment dat de straten leeg waren. Dat grootouders hun kleinkinderen niet meer zomaar konden knuffelen. Dat Nederland draaiend gehouden moest worden vanachter laptops op keukentafels.

Nog geen half jaar geleden maakten wij kennis met angst en onzekerheid op een schaal die de meesten van ons nooit eerder hebben meegemaakt. Het cliché dat je als mens kwetsbaar bent, kreeg een nieuwe, indringende betekenis.

Maar terwijl we nog aan het herstellen zijn van deze schokken, moeten we ons ook al voorbereiden op straks. Wat wordt onze aanpak ná Corona?

Als Corona één ding duidelijk maakte, dan is het dat we niet alleen kwetsbaar zijn als mens. We zijn ook verbazingwekkend.

Nederlanders met essentiële beroepen sprongen voor ons allemaal in de bres. Artsen en verpleegkundigen zetten binnen slechts een paar dagen Corona-units op voor slachtoffers. Schoonmakers pasten supersnel hun werkwijze aan om werkplekken veilig te houden. Overal in Nederland bleven vuilnismannen afval ophalen, ondanks de grotere risico’s. Leraren kropen thuis achter het scherm om bij leerlingen kennisgaten te voorkomen. Mensen met beroepen die we vaak te weinig waarderen en betalen.

Niet alleen mensen met essentiële beroepen waren verbazingwekkend. 3D-printer hobbyisten gingen clips voor mondkapjes gieten om ook niet-medische zorgwerkers van genoeg materiaal te voorzien. Talloze Nederlanders boden hun hulp aan bij instellingen als het Rode Kruis. Zóveel, dat die de toevloed soms nauwelijks aankonden. Opinieleiders en andere Nederlanders gingen meedenken met het plan van aanpak van de regering en hun deskundigen. Ze leverden kritiek als ze dat nodig vonden. En Iedereen ontdekte dat je altijd wel íets kunt doen om de verspreiding van het virus te verhinderen. Of om de gevolgen van het virus voor anderen te verzachten.

Spinoza, de beroemdste filosoof van Nederland, zou over de Corona-crisis gezegd hebben: we toonden veel courage.

Courage is volgens de 17de eeuwer Baruch Spinoza niet een soort blinde moed, maar betekent: weloverwogen het juiste te doen. Niet alleen voor jezelf, maar voor de samenleving als geheel. Het is nadenken, met compassie. Het woord ‘courage’ is dan ook gevormd uit twee Latijnse woorden: ‘cor’ betekent hart en ‘agere’ betekent handelen. Handelen vanuit je hart dus. Maar met gezond verstand.

Courage tonen, weloverwogen handelen, is niet altijd makkelijk. Het vraagt tijd, inzet en bovenal het vermogen ook het belang van de ander te zien. De Deltawerken die ons droge voeten gaven, waren er zonder courage niet gekomen. We zijn het misschien vergeten, maar de wateringenieurs, natuurbeschermers en de budgetbewakers stonden in het begin soms lijnrecht tegenover elkaar. Niet van alle maatregelen was bekend hoe ze zouden uitpakken. Maar het alternatief –  niets doen – kozen we destijds niet. We noemden de problemen uitdagingen en bleven praten totdat we er samen uitkwamen. We kozen voor courage.

Courage kan alleen ontstaan in een samenleving waarin je vrij bent om te denken én te spreken, leert Spinoza. Die vrijheid verdedigde Spinoza en dat was één van de redenen waarom hij verbannen werd. Spinoza wist uit eigen ervaring wat het betekent om bang te zijn en tóch te handelen. Want iemand isoleren is een zware straf. Maar Spinoza blééf pleiten voor nadenken en daar vrij over kunnen spreken als het recept voor een goed leven. Hij koos voor courage. Dat is één van de redenen dat hij ook nu nog, wereldwijd, mensen inspireert.

Courage is ook een sleutel voor ná Corona. Want er komt een crisis op ons af, waarin grote groepen van de bevolking werkloos worden of grote schulden hebben. Ook de klimaatcrisis is straks niet weg. En als we deze Corona hebben bestreden, zal er bovendien ergens in de wereld wel weer een nieuwe Corona de kop opsteken. Niemand weet waar of hoe. Ook dan weer zullen deskundigen het soms niet zeker weten en dus fouten kunnen maken. Het enige zekere is dat we courage nodig zullen hebben om het gevecht ook dan weer samen aan te kunnen gaan.

Courage kun je niet alleen. De staat moet de voorwaarden voor courage – de vrijheid om na te denken en daarover te spreken – waarborgen. Wij als burgers moeten op onze beurt de verleiding weerstaan om niet verder te kijken dan ons eigen gezondheid, onze eigen vakantie en ons eigen ongemak lang is. Want wel spreken, maar niet weloverwogen nadenken, is volgens Spinoza géén courage.

Wij mensen zijn kwetsbaar, maar kunnen ook courage tonen. Al zit de schrik ons soms in de benen. Laten we dat vermogen blijven koesteren en daarmee ook onze leiders scherp houden. Laten we verbazingwekkend blijven.

Ik wens ons allemaal veel courage toe!

 

 

Speech geschreven door: Carola Schoor

Na Corona

Ik zeg het maar meteen Matthijs. Je vraag — wat te doen na Corona? — sorry, die ga ik dus niet beantwoorden. Natuurlijk ben ik trots dat ik de nieuwe Denker des Vaderlands ben. Maar dat betekent niet dat ik nu al het denkwerk voor Nederland moet doen. Mijn taak is juist om jullie aan het denken te zetten.

Ik neem jullie daarom mee naar 1942, St. Michielsgestel. Het is oorlog. In een kostschool, Beekvliet, houden de nazi’s ongeveer vijfhonderd bekende Nederlanders gevangen. Matthijs had er zeker bijgezeten, als hij toen had geleefd. Ikzelf misschien ook wel, als Denker des Vaderlands. Er zitten schrijvers, wetenschappers, politici. Ze zitten gevangen, maar hebben het verder niet slecht. Er is genoeg eten. Ze doden de tijd met discussiëren, ze schaken—
—net als wij eigenlijk tijdens de lockdown, Matthijs. Daarom haal ik dit voorbeeld ook aan. Natuurlijk was dat kamp, Beekvliet, erger dan een lockdown, maar er zijn ook overeenkomsten. Ook wij houden gedwongen rust. Ook wij voelen ons opgesloten. Ook wij hebben het verder niet slecht. En er is nog een overeenkomst. Wanneer het verzet een bomaanslag pleegt, pikken de nazi’s er vijf gevangenen uit. Zomaar. Matthijs had erbij kunnen zitten, ikzelf, nog drie… Wij worden diezelfde nacht nog geëxecuteerd. Afschuwelijk. In het kamp slaat de sfeer om. Je weet nooit of je er de volgende dag nog zal zijn.

Datzelfde maken we nu mee. Het virus is meestal ver weg, gelukkig. Maar het kan elk moment toeslaan. Zomaar. Je kunt ziek worden, of het al zijn. Je kunt anderen besmetten. Je vader kan overlijden. Jijzelf. Net als toen hangt de dood als een onzichtbare dreiging in de lucht. Er heerst een vreemde mix van spanning en rust. Spanning die je alert houdt; rust die je openstelt voor nieuwe inzichten. Waardoor je verandert. Onvermijdelijk. Ik zal vertellen hoe dat in Beekvliet ging, en daarna kom ik terug op jouw prangende vraag, Matthijs: Wat nu?

Eerst hoe ze veranderden, in St. Michielsgestel. Vóór de oorlog leefde iedereen in zijn eigen “zuil”, zoals dat heette. Katholieken, protestanten, socialisten, noem maar op. Ze kenden elkaar niet. Dus die bekende Nederlanders leren elkaar in Beekvliet pas echt kennen. Sommigen worden vrienden, anderen absoluut niet. Maar onverwacht lopen ruzies en vriendschappen dwars door de zuilen heen. Die steunpilaren van de maatschappij blijken opeens achterhaald. Er zijn nu zwaarwegender verschillen: tussen democratie en dictatuur bijvoorbeeld, en tussen conservatief en progressief. Dus besluiten ze: dat gaan we veranderen, na de oorlog.

Dat was wat optimistisch. Er waren veel gevestigde belangen, en er veranderde dus niks, na de oorlog. Maar toen, vanaf de jaren zestig brokkelden de zuilen toch af. Omdat de mensen waren veranderd. En dan volgt de maatschappij uiteindelijk vanzelf. Onvermijdelijk.

Nu de vraag: wat gebeurt er na Corona? Veel mensen voorspellen dat we snel weer in onze oude gewoontes terugvallen. Dat dacht ik eerst ook. Maar door Beekvliet zie ik het nu anders. De oorlog had de mensen veranderd. En uiteindelijk volgde de maatschappij vanzelf. En Matthijs, als ik dan iets moet voorspellen, als Denker des Vaderlands; dat gaat na Corona precies zo.

Want natuurlijk vallen we eerst terug in onze oude gewoontes. We zijn veel te blij dat we alles weer mogen. Heel Holland feest. Het liefst in grote massa’s. En we werken ons een slag in de rondte. De Corona-crisis heeft ons miljarden gekost. Dat moet terugverdiend worden, en snel.

Maar ondertussen wringt er iets. Weet je nog, tijdens de quarantaine, die rust? Nu zoveel drukte. Dat wisten we eigenlijk al, maar nu dringt het echt door. En weet je nog, de lucht was toen zo blauw. Nu zit hij weer vol witte strepen. Zoveel vliegtuigen. Dat wisten we eigenlijk al, maar nu dringt het echt door. En in Oost-Brabant blijft men bezorgd. Zoveel mensen en dieren dicht op elkaar. Een virus spring er zo over. Dat wisten we eigenlijk al, maar nu dringt het echt door.

En dan, na verloop van tijd, ziet de wereld er plotseling anders uit. Maar niemand legt een verband met Corona. Want die verandering, na Corona, die is mislukt. Net als na de oorlog. Toen bleef alles ook hetzelfde.

En dat is wat Beekvliet ons leert. Als straks alles weer gewoon lijkt, na Corona, en het is mislukt om ook maar iets te veranderen, denk dan: eigenlijk is alles al anders. Want wij zijn veranderd. Dat weten we eigenlijk al, het hoeft alleen nog maar door te dringen. En dan volgt de maatschappij vanzelf. Niet zomaar, maar onvermijdelijk.

Succes ermee!