Juryrapport PrinsjesBoekenprijs 2023

Afgelopen jaar konden we weer genieten van een grote diversiteit aan politieke boeken. Onder de bijna 70 inzendingen troffen we mooie biografieën, gedegen onderzoeksjournalistiek, spannende essays en toegankelijk wetenschappelijk onderzoek aan.

Wat valt er te zeggen over het geheel aan boeken? Was het parlementaire jaar 2022-2023 een jaar van stilstand en als het antwoord daarop ja is, is dat terug te zien in de thematiek van de inzendingen? Hoe dan ook is het moeilijk om een rode draad te ontdekken in het geheel van inzendingen en van de eerder gepresenteerde longlist. Je zou kunnen zeggen dat de versplintering van het politieke landschap terug te zien is in de veelheid aan gekozen thema’s. Dit in tegenstelling tot vorig jaar, toen het falen van het bestuurlijke systeem een terugkerend thema in veel politieke boeken was. Toen sprak de jury de verwachting uit dat klimaat dit jaar weleens een dwarsdoorsnijdend thema zou kunnen worden. Klimaatverandering wordt weliswaar aangeroerd in veel inzendingen, maar is bepaald niet dominant te noemen. Verder ontbreken boeken over het functioneren van dé politiek als zodanig. Wellicht is het daar nog te vroeg voor, gezien de onstuimige Haagse ontwikkelingen van het afgelopen jaar. De jury heeft bij de beoordeling gelet op politiek-maatschappelijke relevantie, schrijfstijl, originaliteit en kwaliteit. De jury heeft na uitvoerig beraad drie boeken genomineerd. In willekeurige volgorde zijn dat:



Maxim Februari – Doe zelf normaal: Menselijk recht in tijden van datasturing en natuurgeweld (Prometheus)

Doe zelf normaal adresseert en agendeert uitdagingen waar onze samenleving zich voor gesteld ziet door een samenspel van digitale technologie, democratie en rechtsstaat. De kracht van het boek zit hem in de gestelde diagnose die een venster opent op een ontwikkeling waar we nu al midden in zitten: technologie die autonoom opereert (en normeert!) en beleid dat alsmaar meer data-gestuurd wordt. Als gevolg daarvan dreigt democratische besluitvorming voor burgers steeds lastiger te volgen, te begrijpen en aan te vechten. Februari’s verhandeling gaat onder je huid zitten, maar biedt geen overdaad aan aanknopingspunten op basis waarvan je als lezer een oplossingsrichting zou kunnen formuleren. De lezer moet daarvoor zelf aan het werk. Als ons als lezers iets wordt duidelijk gemaakt is het wel dat onze omgang met informatie- en datatechnologie bepalend gaat zijn voor de ontwikkeling van de democratische rechtsstaat van de 21e eeuw. Een alarmerend en vlot geschreven boek en enig in zijn soort: dit werk zou je iedereen cadeau willen doen.

Ruud Koopmans – De Asielloterij: Het Europese vluchtelingenbeleid van 2015 tot de Oekraïneoorlog en hoe het beter kan (Prometheus)

De Asielloterij is een bijzonder knappe poging om in te breken in misschien wel het meest gepolariseerde debat in de Nederlandse politiek. Koopmans beschrijft de verschillende perspectieven en ontleedt verschillende opvattingen om vervolgens een stap terug te nemen: op basis van een heldere analyse doet hij een aanzet voor een asiel- en migratiebeleid dat tegelijkertijd humanitair, effectief en voorspelbaar zou moeten zijn. Aan de hand van feiten en cijfers beschrijft Koopmans waarom het huidige Europese beleid niet werkt en zowel progressieven als conservatieven tegen de borst stuit. Daarbij dringt de auteur door tot de kern: ons asielsysteem is wreed, onrechtvaardig en dodelijk, terwijl het tekort aan Europese arbeidskrachten ondertussen niet opgevuld wordt. Zijn alternatief, ingericht naar Australisch model,  stoelt op de premisse dat met derde landen goede afspraken te maken zijn. De vraag is dus tegen welke prijs we bereid zijn om aan offshore processing van asielverzoeken en (nog meer) opvang in de regio te doen, wetende dat mensenrechten ernstig en langdurig geschonden worden in o.a. Libië en Tunesië. Koopmans toont zich bereid om heilige huisjes omver te schoppen en is met zijn vertoog over grip op asiel en migratie niet eenvoudig in een (politiek) hokje te plaatsen.

Wim Voermans – Onze constitutie: De geschreven en ongeschreven regels van het Nederlandse staatsbestel (Prometheus)

Het ruim 900 bladzijden tellende Onze constitutie mag met recht Voermans’ magnum opus genoemd worden. Een monumentaal boek waar de jury echt van onder de indruk is. De Grondwet wordt artikelsgewijs besproken en is in die zin docerend, maar blijft dankzij de vlotte schrijfstijl boeien tot de laatste bladzij en slaagt erin het staatsrecht toegankelijk te maken voor een breed publiek. Voermans maakt van de constitutie iets waarin je wilt geloven en waar je ontzag voor krijgt: dat is een prestatie van formaat. De stijl is toegankelijk, de prijs van het boek minder. Het boek ontleent zijn gezag niet in de laatste plaats aan het feit dat de auteur door het boek heen rivaliserende opvattingen op een faire manier tegenover elkaar zet – ook op onderwerpen waar hij persoonlijk een sterke mening over toegedaan is. Voermans reikt je als lezer bouwstenen aan waarop je vervolgens je oordeel kunt funderen. Hij bespreekt veel lopende discussies, zoals over de eventuele invoering van een constitutioneel hof, en is daarmee actueel. En toch ook tijdloos. Niet onbelangrijk ten slotte: het boek is mooi uitgegeven, heeft een goed notenapparaat, hoewel, ter verhoging van het leesplezier, een paar leeslinten niet hadden misstaan.

 

Alle drie de boeken nodigen uit tot discussie. Alle drie behandelen fundamentele vraagstukken. Over de Rechtsstaat. Over het asielbeleid. En over de grondvesten van ons democratisch bestel. De lezer kán niet passief zijn, maar wordt verleid tot overpeinzing, positionering. Het lezen van alle drie deze boeken is een sociale activiteit. Het zijn boeken die je niet alleen wilt lezen, maar die je wilt delen.


Winnaar is geworden: Onze constitutie.
De liefde voor de Grondwet spat van iedere pagina en daarmee slaagt Wim Voermans erin om liefde voor de Grondwet aan te wakkeren. Een prestatie van formaat. Onze constitutie is meer dan zomaar een aanbevelenswaardig politiek boek. Voermans weet de spelregels van het Nederlandse constitutionele bestel te ontsluiten voor een breder publiek en bewijst de parlementaire democratie daarmee een grote dienst. Grondrechten zijn immers geen hobby van hooggeleerde wetenschappers, maar zijn er voor ons allemaal, zeker in tijden dat deze onder druk staan. Voermans weet het allemaal in heel gewone taal uit te leggen. Als lezer en burger zou je willen dat dit werk reeds jaren terug verschenen was.

Den Haag, 14 september 2023

Floor Boon

Tom van der Meer

Lilianne Ploumen (voorzitter)