PrinsjesGesprek: ‘Gelijke kansen na 100 jaar vrouwenkiesrecht?’

DEN HAAG – Op vrijdag voor Prinsjesdag vond in café restaurant Schlemmer in Den Haag voor de tweede maal ‘PrinsjesGesprek’ plaats, een lunch onder leiding van oud-Tweede Kamervoorzitter Wim Deetman. Het festivalthema van het jaar, ‘Gezocht: volksvertegenwoordiger (v/m)’, bood ruim genoeg gespreksstof. Hoofdgast was Monique Leyenaar, hoogleraar vergelijkende politiek aan de Radboud Universiteit. Zij is hoofdauteur van het boek ‘De Hoogste Tijd: een eeuw vrouwenkiesrecht’ dat eerder dit jaar uitkwam.

 

Naast Deetman en Leyenaar waren aanwezig, op alfabetische volgorde: Floris van den Berg (filosoof, auteur ‘De vrolijke feminist’), Carla Joosten (politiek redacteur Elsevier Weekblad), Patrick van Schie (TeldersStichting, auteur ‘Liberale strijd voor vrouwenkiesrecht’), Paula Schot (voormalig SGP-lijsttrekker Amsterdam), Judith Stevens (vrijwilliger stichting ‘Stem op een Vrouw‘), en Julia Wouters (voormalig politiek adviseur, auteur ‘De zijkant van de macht‘). Ook Geerten Waling, historicus, was uitgenodigd. Vanwege ziekte kon hij ’s middags helaas niet aanschuiven.

 

‘Macht moeilijk deelbaar’

Voorafgaand aan de lunch concentreerde hoogleraar Leyenaar zich in haar introdcutie op een aantal prangende vragen dat het eeuwfeest van het vrouwenkiesrecht oproept. Denk aan welke argumenten voorstanders van dit kiesrecht aandroegen, welke bijdrage vrouwen aan de Nederlandse politiek hebben geleverd en waarom in bestuurlijke organen er geen sprake is van een genderbalans. Ofwel: wat kunnen we van deze strijd leren?

Volgens de hoogleraar zijn veel argumenten daterende uit het begin van de twintigste eeuw, bijvoorbeeld dat vrouwen andere politieke punten naar voren brengen en verandering in politieke cultuur bewerkstelligen, bij hedendaagse emancipatiebewegingen nog steeds zichtbaar. Vrouwelijke politici hebben ook in Nederland nieuwe onderwerpen op de kaart gezet. Deze vrouwen maakten zich sterk voor emancipatie, en zaten in andere netwerken dan hun mannelijke ambtsgenoten.

Over waarom er geen genderbalans is: ‘Een groep die de macht in handen heeft, vindt het lastig om die uit handen te geven. Macht is eenmaal moeilijk om te delen’, aldus Leyenaar. Verder laten SCP-rapporten zien dat veel huishoudelijke taken nog niet gelijk zijn verdeeld. Een politieke baan wordt door veel vrouwen als ‘te veel van het goede’ ervaren. Als laatste is volgens Leyenaar meer aandacht voor burgerschapsvorming voor vrouwen belangrijk. Door verschillen in opvoeding lijkt soms politieke belangstelling te missen.

 

‘Ander soort wezens’

Dat herkent Judith Stevens, vrijwilliger bij stichting Stem op een Vrouw. ‘Van jongs af aan worden kinderen met traditionele genderrollen opgevoed’, vertelt zij. ‘Dat herken ik uit mijn basisschooltijd. Toen ik als zevenjarige aangaf dat ik minister-president wil worden, kreeg ik te horen dat ik beter af zou zijn als lerares of moeder.’

Ondanks 100 jaar vrouwenkiesrecht wordt een vrouw nog steeds gezien als een ander soort wezen, zegt Julia Wouters, voormalig politiek adviseur van PvdA-leider Lodewijk Asscher. ‘Er wordt nog steeds gedacht dat vrouwen andere wensen of aangeboren interesses hebben. Dat zie je overal in doorsijpelen. Ondanks dat we gelijke toegang hebben tot de politiek, is het idee dat vrouwen naar achter moeten stappen, en mannen naar voren, heel dominant. Als vrouw moet je je aanpassen, omdat er eenmaal een andere politieke norm is.’

Bijzonder onderwijs ziet filosoof Floris van den Berg, auteur van het boek ‘De vrolijke feminist’, als een van de grootste obstakels van meer vrouwenemancipatie. ‘Veel religieuze onderwijssystemen, denk aan islamitische en gereformeerde scholen, hebben grote moeite met een actieve rol voor de vrouw in de maatschappij. Artikel 23 van de grondwet, vrijheid van onderwijs, is een van de grootste obstakels voor vrouwen.’

 

‘Vrouwelijke representatie’

Volgens Wouters moeten we vooral in andere termen over politiek spreken. ‘Als er een focus ligt op wat je in de politiek kan bereiken, zijn meer vrouwen geïnteresseerd. Zij willen maatschappelijk betrokken zijn om iets te kunnen veranderen. Dat herkennen ze niet terug in de politiek’. Media spelen daarin een rol. ‘Die is veel meer gefocust op mannelijke stereotypes als macht en strijd.’

Carla Joosten, politiek redacteur van Elsevier Weekblad, herkent de invloed van mannen in de media. ‘Toen ik in 1980 de journalistiek betrad, werden kranten door mannen gemaakt. Die redacties bestonden slechts voor iets meer dan tien procent uit vrouwen. Dat merkte je in de keuze van onderwerpen waarover werd geschreven.’

Stevens, van stichting Stem op een Vrouw, hoopt op een groter aantal vrouwelijke rolmodellen, en meer vrouwelijke representatie. Dat roept reactie op. Paula Schot, voormalig SGP-lijsttrekster in Amsterdam, identificeert zich, naar eigen zeggen, net zo goed met vrouwen als mannen. ‘Er zijn genoeg vrouwen die het prima vinden om te worden vertegenwoordigd door mannen.’ Daarmee is Patrick van Schie, directeur Teldersstichting, het eens. ‘Er zijn meer identificatiemogelijkheden om op een bepaalde persoon een voorkeursstem uit te brengen. Andere motieven dan het geslacht tellen soms zwaarder.’

 

‘Staats- en religieuze bemoeienis onwenselijk’

Het instellen van een verplicht vrouwenquotum in de politiek kan aan tafel op weinig enthousiasme rekenen. ‘Het biedt geen enkele garantie dat vrouwen daadwerkelijk worden betrokken in de besluitvorming. Er moet meer nadruk liggen op de invloed die vrouwen hebben op bijvoorbeeld het sluiten van een regeerakkoord’, vertelt voormalig politiek adviseur Wouters. ‘Een quotum is een vorm van discriminatie’, aldus Van Schie. ‘We moeten mensen gelijk behandelen. Het gaat om individuele geschiktheid.’

Volgens de directeur van de TeldersStichting is het belangrijker om de individuele keuzevrijheid van mannen en vrouwen te respecteren. ‘Wat ik proef bij sommige feministen is dat zij het verkeerd vinden als vrouwen voor een maatschappelijke in plaats van een politieke carrière kiezen. Is dat vrouwvriendelijk?’. De staat moet vrouwen niet in een bepaalde richting sturen.

Die stelling rekent op goedkeuring van filosoof Van den Berg: ‘De overheid moet individuen juist beter beschermen. Mensen worden door bijzonder onderwijs, religieuze bemoeienis, in een keurslijf geperst. Als alleen maar seculier, openbaar onderwijs wordt aangeboden, stemt niemand meer SGP of DENK’. Dat leidt volgens hem tevens tot meer vrouwen in de politiek.

‘Over een quotum in de politiek heb ik ook mijn twijfels’, zegt journalist Joosten. ‘Een quotumwet kan tegen de ideologische opvattingen ingaan van een politieke partij. Dat is een heel moeilijke kwestie.’ Schot, voormalig SGP-lijsttrekker in Amsterdam: ‘Prima als partijen zelf ervoor kiezen om meer vrouwen op de lijst te zetten. Het is onwenselijk om als wetgever zoiets op te dringen. Soms is daar helemaal geen behoefte voor bij een partij en hun achterban. Ook dat deel van de bevolking heeft recht op een eigen vorm van vertegenwoordiging.’